PERSBERICHT
Organisaties uit het voormalig Landelijk Overleg Minderheden roepen op tot
aanpassing van overheidscommunicatie over criminaliteit en herkomst!
Vandaag hebben organisaties Ocan, Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders (SMN) en het Inspraakorgaan Turken in Nederland (IOT) verschillende kabinetsleden per brief opgeroepen om te heroverwegen hoe vanuit de overheid wordt gecommuniceerd over criminaliteit en herkomstland. Sinds de jaren negentig worden tal van overheidspublicaties gepubliceerd waarin verdachtencijfers worden gepresenteerd, ingedeeld naar een selectie van herkomstlanden. Als één van je ouders in een bepaald land is geboren dan wordt je als aparte groep in criminaliteitscijfers uitgesplitst. In een enkele publicatie zijn ook groepen uitgesplitst op basis van het geboorteland van grootouders.
John Leerdam, Voorzitter van Stichting Ocan:
“Sinds meer dan twintig jaar presenteren overheidsorganisaties in allerlei publicaties
criminaliteitscijfers uitgesplitst naar herkomstland. Maar wat is daarvan de toegevoegde
waarde? Dat blijft nog altijd vaag! Overheidsonderzoek over criminaliteit gaat over het
blootleggen van achterliggende factoren, zoals economische positie, opleidingsniveau of
opvoeding. Dan zijn die uitsplitsingen naar herkomst niet nodig. Het kan bijna niet anders
dan dat dit soort communicatie schadelijk is geweest voor Caribische-Nederlanders,
bijvoorbeeld voor de positie op de arbeidsmarkt. Het is daarom tijd om ons hierover uit te
spreken in een samenleving die inclusie voorstaat. Vooral met het oog op gelijke kansen
voor onze opgroeiende jeugd vinden wij dat herkomst er niet telkens moet worden
bijgehaald als wordt gepraat over criminaliteit.”
De drie organisaties stellen een aantal concrete stappen voor. Onder meer vragen de drie
organisaties om een duidelijke en complete afweging, in het geval de verantwoordelijke
kabinetsleden en overheidsbestuurders willen doorgaan met de betreffende communicatie.
Bouchaib Saadane, voorzitter van SMN:
“Enkele jaren geleden zijn de termen allochtoon en autochtoon in de ban gedaan,
onderbouwd met uitgebreid overheidsonderzoek. Eén van de argumenten toen was:
negatieve effecten op beeldvorming. Zonder veel uitleg worden bij verdachtencijfers nog
steeds uitgesplitst naar herkomstland. Hoe ziet die afweging er dan precies uit? En moet
je dan niet wat meer weten over de vraag hoe dit soort cijfers door burgers worden
opgevat?”
In de afgelopen twintig jaar is er vanuit de overheid geen afweging geweest over
voortzetting van de herkomstuitsplitsingen in criminaliteitscijfers en is ook geen onderzoek
gedaan naar de versterkende rol van overheidscommunicatie op negatieve beeldvorming.
Bij een dergelijke afweging zou ook aandacht moeten worden geschonken aan de kritiek
van ECRI, de European Commission against Racism and Intolerance, aldus de drie
organisaties. ECRI benadrukte zowel in 2007 en 2013 dat Nederland een norm
overschrijdt met de herkomstuitsplitsingen in verdachtencijfers.
Als overheden in de toekomst doorgaan met de herkomstuitsplitsingen in verdachtencijfers
dan zouden in ieder geval groepen met dezelfde sociaal-economische kenmerken met
elkaar vergeleken moeten worden, aldus Ocan, IOT en SMN. Veruit het merendeel van de
huidige publicaties waarin wordt gesproken over verdachtencijfers en herkomst voldoet
niet aan die voorwaarde.
In de publicaties die dan overblijven zouden vervolgens flinke vorderingen gemaakt
moeten worden, aldus de drie organisaties. Zij roepen de overheid op om meer data te
verzamelen waarmee verschillende herkomstgroepen beter vergelijkbaar kunnen worden
gemaakt. Daarnaast roepen zij op om meer werk te maken van onderzoek naar
bijvoorbeeld etnisch profileren, de invloed van (vrienden-)netwerken en naar de invloed
van dagelijkse negatieve bejegeningen over afkomst.
Zeki Baran, voorzitter IOT:
“Onderzoek naar factoren die correleren met criminaliteit hoeft helemaal niet te beginnen
met de vraag waarom er verschillen zijn tussen verschillende herkomstgroepen. Als je die
vraag weglaat kun je nog steeds precies dezelfde kennis opdoen over criminogene
factoren. Het uitgangspunt moet zijn dat criminogene factoren kenmerken zijn die over de
hele wereld voorkomen, bij welke herkomstgroep dan ook. Een duidelijke uitzondering
hierop is selectiviteit bij politieaanhoudingen. Wij juichen het dan ook toe als dit soort
selectiviteit meer aandacht verdient in analyses over criminaliteit”.
Stichting Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders
Stichting Ocan
Stichting Inspraakorgaan Turken in Nederland
8 april 2019