030-2343625
info@iot.nl

Rechtbank: Geen visumplicht voor Turkse zelfstandigen

Op 14 februari 2011 heeft de rechtbank in Haarlem geoordeeld dat op Turkse zelfstandigen en dienstverleners geen visumplicht van toepassing is. De grond voor deze uitspraak is het Aanvullend Protocol bij het Associatieverdrag tussen Turkije en de EEG uit 1973. Artikel 41 van dit Protocol bevat een zogenoemde standstillbepaling. Deze houdt in dat er geen nieuwe beperkingen mogen worden ingevoerd met betrekking tot de vrijheid van vestiging. Het Europese Hof van Justitie heeft eerder vastgesteld dat deze standstillbepaling alle nieuwe materiële en procedurele voorwaarden verbiedt. 

Door de staat werd aangevoerd dat er in 1973 verdragen van kracht waren die het instellen van een visumplicht mogelijk maken. De rechtbank was van oordeel dat de staat niet heeft kunnen aantonen dat er ook daadwerkelijk een visumplicht van kracht was. Dientengevolge moet worden aangenomen dat de invoering van een visumplicht in 1980 in strijd was met eerdergenoemde standstillbepaling in het Aanvullend Protocol. Verwacht wordt dat de staat tegen de uitspraak in beroep zal gaan. 

Terzake de visumplicht zijn verdere juridische ontwikkelingen op komst. In het Europese recht is het verlenen van diensten gelijkgesteld aan het afnemen van diensten. Derhalve zou er ook visumvrijheid moeten gelden voor toeristen die naar Nederland willen komen of studenten die hier willen studeren. Ingrijpender is dat het associatierecht sinds 1976 ook een standstillbepaling bevat voor werknemers. Vorig jaar heeft het Europese Hof van Justitie bepaald dat deze standstillbepaling van toepassing is op de toelating tot Nederland. Daaruit volgt dat de invoering van de visumplicht in 1980 ook voor hen in strijd was met het associatierecht.

 Klik hier voor de uitspraak

Gerelateerde Artikelen